Er zijn organisaties die voortdurend innoveren. Ze hebben bijvoorbeeld een innovatie manager, een R&D afdeling, een business development afdeling of een directeur die zelf voortdurend nieuwe ideeën inbrengt. Er zijn ook organisaties die nog nooit ‘aan innovatie’ gedaan hebben. Toch kunnen beiden in een fase komen dat er iets moet gebeuren.
De levenscyclus van een organisatie wordt grofweg gekenmerkt door een start, de groei, consolideren/stabiliteit, neergang tot zelf het staken van de activiteiten. Op welk moment ligt het nu voor de hand om te starten met innoveren? Ik zou daarbij willen inzoomen op twee momenten. Als eerste zodra de fase van stijgende groei dreigt te eindigen. Het gaat nog goed, maar groeicijfers nemen af. Als tweede de fase van neergang waarbij het maar de vraag is of er herstel komt. In plaats van groei is er krimp. Beide momenten zorgen voor een gevoel van urgentie om in beweging te komen.
Waarom is die urgentie zo belangrijk?
Om als organisatie in beweging te komen en te starten met innoveren, zal er weerstand overwonnen moeten worden. ‘Waarom moeten we eigenlijk innoveren?’. Als de noodzaak om te innoveren niet gezien wordt, zal er niets veranderen. Er is geen momentum. Er moet dus een concrete aanleiding zijn om de eventuele weerstand tegen innovatie te overwinnen. Hier komen de twee eerder genoemde momenten in beeld waarop de kans het grootst is op urgentie, draagvlak en focus om te starten met innoveren. Zit je met je organisatie in zo’n fase en vind je dat er iets moet gebeuren? Laat het me weten, dan help ik je met de start van innovatie via een gestructureerd creatief proces met een gegarandeerde uitkomst van innovatieve concepten.